top of page

Het meerlaagse wezen

  • Foto van schrijver: Pim Vermeulen
    Pim Vermeulen
  • 2 dagen geleden
  • 6 minuten om te lezen

"De mens is een wezen dat bestaat uit lichaam, ziel en geest. De ziel staat niet eenvoudigweg tussen lichaam en geest in, maar manifesteert zich door beide. Zo kunnen we drie delen van de mens onderscheiden: het fysieke lichaam, het zielslichaam of etherlichaam, en het geestenslichaam of astraal lichaam. Elk van deze heeft zijn eigen wetten en zijn eigen leven." — Rudolf Steiner, Theosofie


Alle verschijningen zijn uitdrukkingen van het ene Zijn. Dat betekent dat elke vorm van handelen een paradoxaal karakter heeft, simpelweg omdat ook dit een expressie van Zijn is. Vanuit dit perspectief gebeurt er eigenlijk nooit iets. Alles wat plaatsvindt is slechts een illusoir spel, waarvan het waarom eeuwig mysterieus blijft. Daarom wordt het niet-weten in dit perspectief leidend. Er is geen zelf dat iets doet, geen ander dat reageert, geen wereld die verandert.


Alles wat gebeurt, ontstaat spontaan uit het ene Zijn – als een film die geprojecteerd wordt vanuit één enkele lichtstraal. Dat licht, een subtielere en minder stoffelijke manifestatie van het Zijn, ontvouwt zich als de vele personages en gebeurtenissen op het scherm. Maar vanuit het perspectief van het licht is het allemaal slechts licht. Vanuit het perspectief van de toeschouwer hebben de personages en beelden geen echte substantie. Het zijn slechts vormen die op een scherm verschijnen.


Stel je nu voor: een van de acteurs vergeet dat hij acteert. Voor hem wordt het spel werkelijkheid. Zo ontstaat de illusie van afgescheidenheid. Het Zijn identificeert zich met zijn eigen verschijning, en vergeet dat alle andere verschijningen óók zichzelf zijn.

En toch, ook zonder afzonderlijke dader, blijft de dans van het doen doorgaan. Want het spel kent maar één regel: verandering.


Dit brengt ons bij de ziel – een tijdloze en unieke expressie van het ene Zijn, met een eigen leven, vorm en bestemming. Vanuit het perspectief van Zijn bestaat de ziel niet werkelijk als iets los van zichzelf. Ze is simpelweg Zijn in een andere vorm.


Toch blijft, zelfs wanneer dit perspectief wordt gerealiseerd, de individuele vorm betrokken bij zijn eigen pad, verantwoordelijkheden en unieke voorkeuren. De ziel blijft zich uitdrukken in de wereld, maar beseft nu dat zij niet aan het stuur zit, en op geen enkele manier afgescheiden is van het geheel van het spel. En de paradox is dat zij deze waarheid alleen kan ervaren door haar individuele ogen, als de intieme eerste-persoons beleving van “Ik ben”. Dit onderstreept het belang van zorg voor de ziel – te erkennen dat het Zijn of de Geest de bron ervan is, maar dat de ziel een eigen leven heeft te vervullen. Elke ziel die zichzelf als Zijn heeft herkend, heeft een missie om het aardse leven een beetje beter te maken voor het welzijn van alle wezens. Maar de manier waarop elke ziel dat doet, is diep uniek.


Het lichaam doet ertoe

Waar oudere vormen van boeddhisme, gnosticisme en hindoeïsme vooral gericht waren op het ontsnappen aan de materiële werkelijkheid en het individuele zielenleven, lijkt de tijdgeest van nu iets anders van de mensheid te vragen: de materiële wereld doordrenken met het Zijn zelf.


Een opmerkelijke observatie hierin is de langzame verschuiving van een patriarchale samenleving – waarin deze tradities wortelden – naar een meer gebalanceerde samenleving waarin het vrouwelijke net zo belangrijk is als het mannelijke.


Archetypisch wordt het mannelijke geassocieerd met de hemelse sferen (Vader Hemel), ascentie, de Geest, de bron van ideeën, het rationele en logische, de zon, het vormloze en het onkenbare. Het vrouwelijke daarentegen wordt verbonden met de aardse sfeer (Moeder Aarde), belichaming, zorgzaamheid, het irrationele, het gevoelsleven, de vormschepping, de maan en de Ziel. Ideeën komen tot ons vanuit de wereld van de geest, die hoog boven is, vormloos en de fysieke werkelijkheid overstijgt. Ze worden vervolgens geboren in vorm door het vrouwelijke scheppende principe.


De vrouwelijke kant van de werkelijkheid is lange tijd onderdrukt. Nu echter ontwaakt de archetypische Grote Moedergodin uit haar lange onderdrukking. Het is de gnostische notie van Sophia – de vrouwelijke partner van de Nous (het Zijn zelf) en moeder van de valse schepper Yaldabaoth – die al lange tijd sluimert in het collectieve bewustzijn, wachtend om opnieuw erkend te worden als de vrouwelijke tegenhanger van het Goddelijke die zij altijd al was. Het is dan ook geen verrassing dat er een radicale revolutie van het vrouwelijke gaande is op onze planeet. Overal ter wereld verbinden groepen vrouwen zich om het goddelijke én aardse vrouwelijke te doen ontwaken. In het verlengde daarvan wordt ook de opkomst van de collectieve Sjamaan en het gebruik van psychedelica begrijpelijk – het zijn immers de inheemse stammen, veelal matriarchaal van aard, die niet verlangen naar transcendentie, maar diep geworteld zijn in Moeder Aarde.


Het is alsof Sophia zélf door ons spreekt:


ik was er in het begin

en ik zal er zijn in het einde

de bomen ontspruiten uit het kleinste zaad

om machtig en standvastig te worden,

en uiteindelijk hun leven aan mij terug te geven


alles komt uit mij voort,

alles keert naar mij terug

want ik ben de baarmoeder van het bestaan

langzaam en zorgvuldig breng ik leven voort

geduldig wacht ik om zelf geboren te worden.


wat moet ik doen?

niemand ziet mij,

niemand kent mij,

en toch ben ik het die alles laat draaien,


het karmische wiel, draaiend en draaiend,

in mijn baarmoeder van kosmische proporties.


Dus in plaats van te verlangen dat wij ons losmaken van de vrouwelijke kant van het bestaan, en de materiële wereld en het lichaam verlaten, lijkt het Zijn nu juist te willen incarneren in het menselijke lichaam zelf. Een zeer controversieel thema dat Jung al speculeerde in Antwoord op Job. In dit boek ziet Jung Job's moraliteit, die sterker is dan die van het God zelf, als uitnodiging voor God om te leren wat het betekent om mens te worden.


Vanuit dat perspectief doet het lichaam er wél toe. Alle lagen van het mens-zijn doen ertoe. Zelfs de lagen die uit materie bestaan.


Allegory of Divine Wisdom - Luca Giordano (early 1680’s)
Allegory of Divine Wisdom - Luca Giordano (early 1680’s)

Zorg voor alle lagen

Zoals ik eerder heb gedeeld, heeft een radicale ontwaking vele jaren geleden mijn lichaam diep geschokt. Sindsdien ben ik langzaam, gestaag aan het integreren, steeds weer waarderend hoe verschillende technieken mijn energetische en fysieke lichaam helpen om alle binnenkomende impulsen te verwerken en transformeren. De bekende spirituele leraar Adyashanti is een ander voorbeeld van iemand die helaas grote moeite heeft gehad met het belichamen van zijn vroege ontwaken. Ironisch genoeg kan men rusten in de vormloze Grond van Zijn, zoals Adyashanti het noemt, en toch lijden aan intense pijn in het fysieke en energetische lichaam, veroorzaakt door diezelfde realisatie.


Ik heb geleerd dat het ware eren van het Zijn betekent dat ik zorg draag voor alle aspecten van mezelf. Want als het Zijn wil ervaren wat het is om mens te zijn, dan wordt het lichaam de kelk waarin het goddelijke bewustzijn wordt gegoten. En die kelk heeft onderhoud nodig, én kennis van zijn eigen werking.


Daarom geef ik voorlopig de voorkeur aan meesters die een inclusieve benadering onderwijzen, boven meesters die uitsluitend verwijzen naar de oerbron van bewustzijn die altijd al aanwezig is. Bijvoorbeeld de oneindige wijsheid van Rudolf Steiner, wiens inzichten nog steeds breed worden toegepast in gezondheidszorg, onderwijs en andere terreinen.


Hij begreep, net als ik nu, dat we zorg moeten dragen voor elke laag van ons wezen. Deze lagen zijn geen metaforen, maar levende aspecten van een groter geheel. Ze spreken elk hun eigen taal, vragen om hun eigen voeding, en evolueren volgens hun eigen ritmes.


De uitnodiging

Misschien is dit wel de nieuwe spirituele uitnodiging van onze tijd: niet transcendentie in plaats van belichaming, maar transcendentie door belichaming.


Daarom heeft de wereld behoefte aan een spiritualiteit die niet langer lichaam en ziel, vrouwelijk en mannelijk, hemel en aarde splitst. Maar die ze durft te verenigen.


Een Sophia-gecentreerd pad, waarin wijsheid niet abstract maar geaard is, sensueel, relationeel. Een Christus-pad, waarin het Logos niet slechts één keer vlees wordt, maar telkens opnieuw in elke menselijke ziel die liefde boven ontsnapping verkiest, en moed boven onverschilligheid.


Laat de mystici rusten in het vormloze,

maar laat de wijzen hier tempels leren bouwen.

Als bruggen tussen werelden,

tussen het geestelijke en het materiële.


Want deze wereld doet ertoe.

Dit lichaam doet ertoe.

Elke traan, elke ademtocht, elke aanraking van wind op de huid.

Alles is Zijn, in vorm, dat zichzelf ervaart.


En wanneer we diep luisteren fluistert de ziel in onze oren:

De taak is niet deze wereld te verlaten,

maar haar wakker te kussen in liefde




“Here is in all visible things an invisible fecundity, a dimmed light, a meek namelessness, a hidden wholeness. This mysterious Unity and Integrity is Wisdom, the Mother of all, Natura naturans. There is in all things an inexhaustible sweetness and purity, a silence that is a fount of action and joy. It rises up in wordless gentleness and flows out to me from the unseen roots of all created being, welcoming me tenderly, saluting me with indescribable humility. This is at once my own being, my own nature, and the Gift of my Creator’s Thought and Art within me, speaking as Hagia Sophia, speaking as my sister, Wisdom.”


Hagia Sophia, by Thomas Merton (1962)


 
 
 

Recente blogposts

Alles weergeven

Comments


bottom of page