De weg van lijden
- Pim Vermeulen
- 9 jul
- 5 minuten om te lezen
Ik worstel vaak met doen. Ik weet niet wat ik professioneel ben. Een dieptepsycholoog (in opleiding)? Een spiritueel begeleider? Een energetisch therapeut? Een schrijver? Een dichter? Een astroloog? Een mysticus? Eerlijk gezegd: ik weet het niet. Soms voel ik me als een manusje-van-alles in een systeem waarin mensen een specifieke professionele rol moeten vervullen.
Sinds ik het familiebedrijf heb verlaten, worstel ik met het vinden van mijn professionele pad. Dat leidt soms tot periodes van meer dan genoeg inkomen, en soms tot periodes van minder dan genoeg. In zoān periode lijk ik me nu te bevinden. Maar het is okĆ©, ik red me wel. Ik vertrouw op de weg die voor me ligt, ook al zie ik die soms niet. Mensen zeggen me dat ik mezelf moet promoten, maar ik kan het niet. Echt niet.
Een cliĆ«nt van mij kwam een paar weken geleden uit Duitsland over, en we spraken over wat hij mij zou moeten geven. Ik vertelde hem dat mijn therapeutische praktijk op dit moment in zoān dip zat, en dat ik als koerier was gaan werken om de rekeningen te betalen. En toen ik dat zei, voelde ik schaamte. Ik schaam me voor wat ik doe. Nu ik erover nadenk, is dat eigenlijk altijd zo geweest.
Zelfs in de tijd dat ik samen met mijn vader een bouwbedrijf runde, vond ik het lastig om daarover te praten. Een vriend van me had zijn bedrijf helemaal zelf opgebouwd. Ik was simpelweg in het bedrijf van mijn vader gestapt, zei mijn mind. En ik moest aan alle werknemers bewijzen dat ik een waardige opvolger was, dus werkte ik me te pletter. Er is altijd een onbewust patroon geweest dat in de schaduw schuilging, maar zoals het gaat met onbewuste inhoud: ik was er compleet blind voor. Hoewel het onmogelijk is om de energetische, emotionele en mentale lading van dit patroon in woorden te vatten, heeft mijn hoofd altijd iets geloofd als: āWat ik ook doe, het is nooit goed genoeg.ā
Van daaruit zijn er eindeloze mogelijkheden om te onderzoeken waar dat patroon vandaan komt. We zouden mijn astrologische geboortehoroscoop kunnen analyseren en aantonen dat, inderdaad, mijn midhemel ā het carriĆØrepunt ā samenvalt met de kwaadaardige ster Algol. En dat Mars, vaak verbonden aan de Griekse god van oorlog Ares, in mijn tweede huis van inkomen staat, wat kan wijzen op opgekropte frustratie en woede op dat vlak. Of we kunnen mijn Gene Keys-profiel bekijken, dat laat zien dat mijn pad draait om het overstijgen van gevoelens van tekort en minderwaardigheid, en die moet transformeren tot intuĆÆtieve wijsheid. Of we duiken in mijn familiegeschiedenis, die onmiddellijk een transgenerationeel patroon toont van diepe gevoelens van schaarste en schaamte die gecompenseerd moeten worden door hard werken en het opbouwen van rijkdom. Alles om te bewijzen dat we wĆ©l genoeg zijn. Maar zo werkt de werkelijkheid niet, zoals ik eerder al schreef in een essay over kwantumfysica. De realiteit is een droomachtig speelveld, dat voortdurend onbewuste patronen weerspiegelt in uiterlijke gebeurtenissen ā als uitnodiging om ervan te leren. Om de onderliggende emoties van schaamte, schuld en angst volledig te voelen, zodat ze kunnen worden weg gebrand door het licht van bewustzijn.
En dat is, denk ik, de Jungiaanse weg. Om elk extern voorval, elke schijnbaar toevallige ontmoeting, elke ziekte, elk moment, te zien als een gids die laat zien wat er nog in het onbewuste sluimert. Om ervan te leren, erdoor te transformeren. Ik probeer de diepe gevoelens van tekortschieten en schaamte vaak op te vullen met een bijna constante opname van kennis. Maar de waarheid is dat ik het niet weet. En dat ik het nooit kan weten. Mijn menselijke brein is een mier vergeleken met de oneindige wijsheid die achter onze waargenomen werkelijkheid schuilgaat. Maar soms kan ik een kanaal zijn voor een stukje van die goddelijke wijsheid. Niet door iets te proberen, maar simpelweg door het zich te laten ontvouwen via dit vreemde en soms klein-voelende wezen dat Pim heet.
Misschien ben ik een dichter, schrijver, gids en therapeut. Maar ik kan me met geen van die labels identificeren. IK BEN zou gevolgd kunnen worden door elk willekeurig woord. Maar geen enkel woord doet recht aan de eenvoudige, gevoelde ervaring van zijn. In een wereld van voortdurend doen is het moeilijk om gewoon te zijn. Maar uit dat eenvoudige zijn is dit essay ontstaan, dat ik vanmorgen niet van plan was te schrijven toen ik opstond. Dus wat is er mis met gewoon zijn? Met alleen maar kunnen zeggen dat je bent?
Nou, volgens de kleine slavendrijver in mij, dat zich nog steeds soms wil verstoppen voor de schaamte van het niet kunnen identificeren met een professioneel succesvol label: nogal wat. Maar vanuit een dieper besef van zijn is dat óók het spel. Ook dat is het karmische patroon dat over levens heen is opgebouwd, en dat ik, in deze specifieke vorm, uitgenodigd word om door te werken. Voor mezelf, en voor de hele mensheid. Want je denkt toch niet dat je leven alleen voor jou geleefd wordt? Of dat lijden iets is waar je zo snel mogelijk vanaf moet, zodat je kunt genieten van je persoonlijke verlichting?
Ooit geloofde ik dit zelf. Maar vanuit het eerste-persoonsperspectief van waaruit ik nu naar de schijnbare werkelijkheid kijk, zijn zowel individueel als collectief lijden noodzakelijk voor de evolutie van de mensheid. Lijden is prachtig, hoe pijnlijk het ook kan zijn. Lijden is de weg van het goddelijke die ons leidt naar een liefdevollere wereld. Misschien zijn we een beetje dommig, en moeten we behoorlijk wat lijden om te leren dat een ander pijn doen betekent dat je jezelf pijn doet. Maar we kunnen niet ontsnappen aan iemands persoonlijke karma, noch aan de geest van de tijd. Het lijkt alsof ons gevraagd wordt de fysieke realiteit tot hemel te maken door telkens opnieuw te vallen, onszelf te vergeven voor onze onwetendheid en onbewuste patronen, en elk moment opnieuw te beginnen. In liefde natuurlijk, want dat blijft het ontbrekende aspect in de evolutie van de mensheid. In die zin zijn we allemaal de Christus, die lijdt voor de mensheid om ruimte te maken voor Liefde.
Ik kwam op deze plek met de intentie om misschien een promotionele nieuwsbrief te schrijven voor het Nederlandse groepstraject dat ik in september wil starten ā dat tot nu toe nog geen enkele inschrijving heeft. En hier zit ik dan, een essay te schrijven over mijn eigen diepgevoelde innerlijke worstelingen. Ik denk dat dat is wat zijn betekent: je overgeven aan wat het leven van je wil, op elk willekeurig moment. In plaats van iets van het leven te willen.
En vanuit die volledige overgave aan het leven, schrijf ik blijkbaar poĆ«zie, essays, begeleid ik mensen die begeleid willen worden, speel ik de rol van therapeut voor wie in zichzelf wil kijken, en absorbeer ik grote hoeveelheden kennis waarvan ik soms niet weet wat ik ermee moet. En dan heb ik het alleen nog maar over het āprofessioneleā. Want ik ben ook vader, partner en vriend. Allemaal rollen, allemaal diep doorvoeld vanuit mijn ziel, maar geen van allen wijst werkelijk naar wat ik ben.

Opmerkingen